11 MEI 1978 782 bestuurscommissie om de mogelijkheden te bezien het experiment inhoudelijk te gaan volgen, maar midden op bladzijde twee van het preadvies leest u heel nadrukkelijk dat dit overleg heeft plaatsge vonden en dat wij nu in afwachting van het plan zijn. De betreffende alinea wordt besloten met de woorden: "Hieraan zal in de komende maanden uit drukkelijk aandacht besteed moeten gaan worden". Welnu, dat stuk van de motie komt dus in feite overeen met het preadvies, zij het in andere be woordingen en daarom heb ik geen enkele behoefte aan de motie. Natuurlijk zou ik er ook geen bezwaar tegen hebben als de motie werd aangenomen omdat zij het beleid van burgemeester en wethouders geenszins doorkruist, maar het lijkt mij tamelijk zinloos stukjes uit het preadvies over te schrij ven en iets anders te formuleren. De heer Hendriksen zegt vervolgens in zijn motie dat wij ook overleg moeten plegen met de SKEP omdat vanuit het experiment behoeften en pro blemen naar voren zullen komen, die als een aan vulling op de planontwikkeling van SKEP moeten wor den gezien. Het lijkt mij volstrekt voor de hand liggend dat wij op dit moment een inventarisatie aan het maken zijn van alle behoeften en problemen, dat wij proberen die aan elkaar te koppelen, op een rij te zetten en in te passen in een educatief plan. Dat is zo duidelijk dat ik ook met die passa ge uit de motie geen enkel probleem heb, maar er tevens geen enkele behoefte aan heb. Dat wij tus sentijds inspelen op een experiment is juist het "eigene" van zo'n experiment: het is geen vast om lijnd gegeven waarmee je planmatig gaat werken, maar het is juist iets waar tussentijds continu op wordt ingespeeld. Ik heb dus nogmaals geen enkele moeite met de motie, maar zij is naar mijn mening volstrekt overbodig. De motie zegt precies wat wij in het preadvies tot uitdrukking hebben willen brengen. Aangezien het volgende agendapunt nog een aparte behandeling vergt zou ik met de be antwoording van de heer Van Asseldonk willen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 782