11 MEI 1978
786
commissievergadering niet heb gedaan. Ik heb in de
commissievergadering gezegd dat het preadvies als
zodanig geen ad hoc-situatie wasmaar dat het wel
was afgeleid vanuit een paar ad hoc-situaties die
zich voordeden. Dat is natuurlijk een gans andere
opvatting dan wanneer men zegt dat dit zomaar een
ad hoc-preadvies is.
Ik heb in eerste instantie al gezegd dat ik
het een vrij zinloze bezigheid vind gedeelten uit
het preadvies in andere bewoordingen over te schrij
ven, het woord "motie" er boven te zetten en het
geheel vervolgens aan de raad voor te leggen. De
heer Hendriksen legt nu kennelijk een iets andere
tendens in zijn motie, want hij zegt te moeten con
stateren dat de mensen die met het educatief plan
en in de Beyerd-commissie bezig zijn in hun denk
proces nog lang niet het peil hebben bereikt dat
hij zou willen. Hij probeert eigenlijk met zijn
motie aan te geven dat het denkproces van deze com
missies meer in de, in de motie, verwoorde richting
zou moeten gaan. Nu, daar heb ik beslist wél be
zwaar tegen. In het preadvies staat uitdrukkelijk
dat wij met dit voorstel komen na uitvoerig over
leg met juist deze groeperingen, dat iedereen zich
achter dit preadvies stelt en dat men bereid is
zich daar vanuit de eigen optiek voor in te zetten.
De panden moeten geëxploiteerd worden, maar niet
meteen concreet inhoudelijk worden ingevuld. Daar
mee dient te worden gewacht totdat de beleidslijnen
vanuit het educatief plan worden uitgezet. Met de
werkers aan het educatief plan heb ik afgesproken
dat zij nadrukkelijk met die invulling rekening
zullen houden. De behoeften die naar voren komen
zullen nadrukkelijk worden getoetst en bekeken zal
worden of zij in dit voorlopige, experimentele cen
trum voor informatie en bijeenkomsten kunnen plaats
vinden. SKEP is zelfs bereid het Pasbaangebouw
straks meer "smoel" te geven in het kader van de
permanente educatie door juist daar haar openbare
vergaderingen te gaan houden en ik heb er geen en
kele behoefte aan nu een motie aan te nemen, die