12 JANUARI 1978 69 was het de vraag wat er met "politisering" werd bedoeld. Iemand die zich met ambtelijke advisering bezighoudt moet natuurlijk wêl oog hebben voor po litieke implicaties; hij moet kunnen inschatten hoe een advies politiek overkomt. De ambtenaren moeten echter geen eigen politieke opvattingen trachten te verwerken in hun advisering. Als de federatie met amendement 16 de bedoeling heeft dat dit wèl gebeurt, ben ik het daarmee volkomen on eens. Over het punt dat in amendement 17 aan de or de komt is een nota in wording. Het is beter de 1 discussie over dit punt uit te stellen totdat die nota enige concrete vorm heeft gekregen. Hetzelfde t geldt voor amendement 18. e Naar aanleiding van amendement 19 wijs ik er op dat de in voorstel nr. 15 bedoelde maatregelen geheel tot de competentie van burgemeester en wet houders behoren. Amendement 20 gaat óók niet door. De vraag in hoeverre en in welke vorm inschakeling van de com missies mogelijk is, kan op dit ogenblik nog niet duidelijk worden beantwoord. Hieraan zijn nogal wat praktische en principiële consequenties ver bonden die nog niet op een rij zijn gezet. Daarom willen wij de uitwerking en de precisering van de inschakeling van de commissies nader vaststellen. Vervolgens iets over amendement 21. Er is enige verwarring tussen vormen van beleidsadvise ring, waarvan in ons voorstel nr. 20 sprake is en beleidsgebieden functionele gebieden die in het amendement worden bedoeld. De vormen van be- t leidsadvisering waarover wij spreken zijn in de genoemde gebieden wel mogelijk en worden feitelijk ook al gerealiseerd. De voorgestelde toevoeging is echter ongewenst omdat daardoor een vermenging van vormen van beleidsadvisering en beleidsgebieden zou optreden. it. Voorstel nr. 20 betreft een college-aangele genheid en hoort daarom niet, zoals in amendement jk 22 wordt voorgesteld, in groep IV thuis.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 69