11 MEI 1978
790
de VOS-cursussen? Dat men ook wil werken aan de
achterstand die vrouwen hebben, maar dan meer
en dan moet ik een heel moeilijk woord gebruiken,
mijnheer Van Asseldonk in feminiserende zin.
De heer VAN ASSELDONK: Daar moest u zich voor
schamen!
Mevrouw PAULUSSEN: Ik zal het proberen uit te
leggen. Het is erg belangrijk dat wij ons realise
ren dat er in deze samenleving algemene menselijke
kwaliteiten tot nu toe vooral in vrouwen zijn ont
wikkeld en dat die kwaliteiten daarom gemakshalve
als vrouwelijk worden gekwalificeerd. Het wordt
hoog tijd dat deze kwaliteiten ook worden gewaar
deerd en ontwikkeld door de andere helft van de
bevolking, de mannen en dat zij als belangrijke
persoonlijkheidseigenschappen worden gezien. De
traditionele rolpatronen die tussen mannen en vrou
wen zijn gegroeid, worden ter discussie gesteld.
Vrouwen vinden het belangrijk met elkaar te werken
en te praten om te ontdekken wie ze zijn, wat ze
zijn, welke rol ze altijd hebben gespeeld en hoe
het ook anders kan. Het is van groot belang dat te
doen met vrouwen onder elkaar zonder te moeten con
curreren met mannen, zonder je waar te moeten ma
ken en op dit moment gebeurt het dan ook in vrou
wenhuizen, trefcentra enzovoorts. De accommodatie
voor deze groepen is werkelijk onvoldoende. Ik heb
er even over gedacht tegen de vrouwen te zeggen
dat zij deze situatie niet moesten accepteren,
maar als je werkelijk in nood zit en niets hebt
ben je op een gegeven ogenblik al blij als er een
begin wordt gemaakt en moet je maar tevreden zijn
met deze, zij het onvoldoende accommodatie.
Het is duidelijk dat deze activiteiten op een
bepaald moment andere behoeften en problemen oproe
pen en ik ben erg blij dat de heer Visser namens
het C.D.A. heeft gezegd dat de P.v.d.A./P.P.R. de
motie eigenlijk niet hadden behoeven in te dienen,
omdat het als je met een experiment begint