70 12 JANUARI 1978 In amendement 23 stelt men voor de opzet van projecten voor te leggen aan de raad en/of raads commissies. Het gaat hier echter om een college aangelegenheid die tot de beleidsvoorbereiding be hoort. De raadscommissie kunnen wèl over de voort gang worden geïnformeerd, hetgeen kan leiden maar niet altijd hoeft te leiden tot voorstel len aan de raad. In amendement 24 wil men wederom op de stoel van burgemeester en wethouders gaan zitten. De heer Crul, die amendement 25 heeft toege licht, weet heel goed dat de verdeling van de por tefeuilles in het college van burgemeester en wet houders een taak van burgemeester en wethouders is en dat er niet even bij amendement een andere regeling kan worden getroffen. Amendement 26 heeft geen betrekking op het voorstel waarvoor het is bedoeld. Het gaat erom of er al dan niet een apart bureau voor stedelijk opbouwwerk moet komen. Wij beantwoorden die vraag op dit ogenblik ontkennend en daar moet je dan niet aan toevoegen dat bij bestaande instellingen moet worden nagegaan of er het wijkniveau over stijgende achterstandsituaties zijn. De in amendement 27 voorgestelde verplaatsing naar groep II is niet logisch, omdat door ons wordt voorgesteld op dit ogenblik een besluit te nemen. Dit sluit overigens niet uit dat bij be paalde ontwikkelingen terugkomen op een besluit altijd mogelijk is; dat moet echter niet elke week gebeuren. Amendement 28 behelst een nieuw voorstel. Ik heb er al op gewezen dat deze gedachten kan worden teruggevonden in de voorstellen 8, 14, 15, 16 en 17 van het ontwerp-besluit. Het is onzin dit nog eens apart op te nemen. Naar aanleiding van amendement 29 het volgen de. Ik herinner mij dat over de aanstelling van twee inspraakmedewerkers tijdens de begrotingsbe handeling uitvoerig is gesproken. Er lagen toen amendementen waarover is gestemd en die verworpen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 70