11 MEI 1978 804 voorgesteld. Ik leg daar de nadruk op en ik hoop dat mevrouw Muntjewerff en haar fractie zich op basis van onze gezamenlijke doelstelling met dit voorstel zullen kunnen verenigen. Als mevrouw Muntjewerff mij vraagt of het "nog kan lijden", moet ik daar ontkennend op ant woorden. Aan het adres van de heer Veelenturf moet ik nog zeggen dat de subsidie strikt formeel niet binnen is, maar er is wél meegedeeld dat zij aange dragen is bij het rijkscollege. Wij hebben de mede deling uit Den Bosch ontvangen dat subsidie ver leend zal worden en dat wij het werk vóór een be paalde datum moeten hebben aanbesteed. Dat staat echter nog niet op het laatste papier dat wij krij gen, want dat kan pas over een jaar of twee komen. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: De opmerking van de wethouder dat wij eigenlijk allemaal gelijk hebben kan ik onderschrijven. Het gaat er alleen maar om waar je de meeste nadruk op legt. De heer Ten Wolde heeft dit probleem in zijn fractie be sproken en heeft besloten dat het krediet verleend moet worden. Wij hebben ook alles op een rij gezet, wij hebben alles afgewogen en wij vinden het afwer ken van democratische procedures zó belangrijk dat het ons op een gegeven moment bóven het verkrijgen van een subsidie gaat, ondanks het feit dat veilig heid ook bij ons een belangrijke rol speelt. Ik wil de heer Van Duijl er aan herinneren dat dit be drag in de begroting is vastgelegd en dat, als de D.A.C.W.-subsidie nu niet verleend was, de planpro cedure waarschijnlijk wél was afgewerkt en dat daarna pas een kredietaanvrage zou zijn gekomen. Dat zou ons veel liever zijn geweest. De heer VAN DUIJL: Ik kan er in komen dat me vrouw Muntjewerff het uitvoeren van een democra tische besluitvorming belangrijk vindt, maar ik wil haar er indringend op wijzen dat, als wij deze democratische procedure gaan volgen, de mogelijk heid niet is uitgesloten dat er nog een slachtoffer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 804