809
11 MEI 1978
wordt verleend. Dat zou ook een wat gelijkwaardi- w*
ger positie bewerkstelligen tussen de burgers die g:
in het projectteam functioneren, de ambtenaren met i:
hun ervaring, hm deskundigheid en de gemeenteraad w
als politiek apparaat. n
Nog een korte opmerking over de voorgestelde i
procedure. Wij kunnen ons daar wel in vinden, maar 1
vragen ons af of het voor de afsluitende periode p
niet goed zou zijn dat de commissies in gesprek c
geraken met het projectteam. Wij zien goede moge- u
lijkheden in een dergelijk gesprek, dat zou kunnen t
worden opgesplitst in twee ronden: een informatie- t
ve ronde met de commissies en het projectteam en z
vervolgens een soort laatste "confrontatie" tus- w
sen commissies en projectteam, waarbij de eventu- b
eel gerezen geschilpunten worden verduidelijkt en i
besproken. s
Tot slot een informatieve vraag. Komen de b
evaluatiegesprekken die nu gaan plaatsvinden vol
doende in de openbaarheid? Daarmee zal de vertrou- z
wensbasis zeker gediend zijn. cl
d
De heer PEETERS: Ook het C.D.A. heeft uiter- 1
aard kennis genomen van bijlage 162, de nota inza- p
ke de verdere behandeling van het beleidsplan en m
het voorstel tot verhoging van het krediet. Wij g
zijn hier blij mee omdat het een bevestiging is a
van onze gedachtengang, waarin wij achter de for- g
mering van het genoemde projectteam hebben ge- t
staan. Het is ook een bevestiging van het uiter-
mate moeilijke functioneren van dit projectteam g
en van het zware werk dat het op zich genomen g
heeft om tot het opstellen van een concreet en d
operationeel beleidsplan te kunnen komen. Ik heb c
aan den lijve ondervonden wat het wil zeggen deel r
te nemen aan een dergelijk werkteam. De heer Crul e
heeft al geconstateerd dat de beginfase moeilijk v;
is geweest en dat het waarschijnlijk nog steeds p
niet gemakkelijk is tot een optimaal functioneren k
te komen, zoals wij dat als raad van Breda zouden c
willen zien. Toch geeft het deelnemen aan deze