821
11 MEI 1978
er trouwens ook al in de commissie algemene zaken
over gesproken. De heer Crul heeft toen gevraagd
naar de onderlinge verhouding tussen de militaire
overheid en het gemeentebestuur van Breda. Ik heb
bij die gelegenheid duidelijk gemaakt en ik ge
loof dat dat ook wel begrepen is dat de Taptoe
in onderlinge samenwerking in stand moet worden ge
houden en dat het één het ander niet kan missen.
Dat is ook de reden waarom de gemeentelijke over
heid hier al een aantal jaren aan heeft meegewerkt,
met de argumentatie die reeds bij allerlei gelegen
heden is aangegeven.
Een ander punt is het financiële aspect waar
de heer Crul en enkele anderen over hebben gespro
ken. Ik kan daar ook geen nieuws over vertellen.
Ik verwijs u naar de besluitvorming van precies
een jaar geleden betreffende de bekende 50.000,-
die doorlopen en die u ook steeds in de begroting
kunt terugvinden. Ik verwijs u ook naar de besluit
vorming van precies een jaar geleden met betrek
king tot de 35.000,die toen voor 1977 zijn
opgenomen. In het onderhavige voorstel wordt voor
gesteld deze garantiesubsidie voor de jaren 1978
en volgende eveneens op te voeren, zij het dat dit
terugkomt in de begroting voor 1979 en volgende
jaren. Ik denk dat ook bij die gelegenheden het
afwegen van belangen en het stellen van prioritei
ten aan de orde kan komen. Dat wij nu voorstellen
de garantiesubsidie voor 1978 en volgende jaren op
nieuw op te voeren, gekoppeld aan de begroting,
waarna het college van burgemeester en wethouders
de bevoegdheid krijgt om dat bedrag te besteden,
vind ik eigenlijk vanzelfsprekend.
Ik heb de beantwoording van de vragen van de
heer Kaarsemaker niet bij de hand. De vragen zijn
al geruime tijd geleden gesteld en beantwoord. Ik
geloof dat er een volstrekt redelijke verhouding
tussen de gemeentelijke en de militaire overheid
bestaat en dat de gemeente op een verantwoorde ma
nier te werk gaat. Ik kan er verder niets nieuws
van vertellen en daarom geloof ik dat wij beter tot