11 MEI 1978
826
tot de samenstelling van de gewestraad als met be
trekking tot de samenstelling van het dagelijks
bestuur, nü aan te vatten. Als wij dat nu niet zou
den doen, zou dat tegelijkertijd betekenen dat aan
het toetreden van Etten-Leur en het participeren
van Etten-Leur in het dagelijks bestuur zij het
op een wat merkwaardige manier, via de fractievor
ming; u hebt in artikel 16 kunnen lezen dat 7 le
den via die fractievorming in het DB zitting kun
nen nemen -- geen voorrang kan worden verleend.
Het college van burgemeester en wethouders is van
opvatting dat daaraan wel degelijk voorrang moet
worden verleend, omdat deze beslissing die op
25 april jongstleden in de gemeenteraden van Etten
Leur en Oosterhout is genomen nu juist betekent
dat Etten-Leur en Oosterhout eindelijk tot het
stadsgewest kunnen toetreden. Dit is een belangrij
ke gebeurtenis die het waarschijnlijk mogelijk zal
maken dat het stadsgewest optimaler gaat functione
ren. Dit is ook een aanwijzing voor het stadsge
west om, nu deze "hobbel" is genomen, te blijven
denken aan de grote problematiek die in West-Bra
bant aan de orde isU kent die problemen en ik ga
daar nu niet verder op in, maar één van de volgen
de stappen die gezet moeten worden is het inten
sief samenwerken met westelijk Noord-Brabant, in
clusief Etten-Leur en Oosterhout.
De heer Welschen spreekt over een motie die
al geruime tijd geleden door de gemeenteraad is
aangenomen en betrekking heeft op de aanpassing
van de juridische kaders van het stadsgewest. Het
lijdt geen twijfel en het is ook al uit de nota
Stadsgewest op Koers naar voren gekomen dat dit no
dig is. Ik twijfel er echter ook niet aan dat de
onderhavige wijzigingen van de regeling voorrang
moeten hebben. De commissie van de stadsgewestraad
én de stadsgewestraad zelf zijn van oordeel dat in
de bestuursstructuur nog allerlei dingen moeten ge
beuren en wanneer de heer Welschen vraagt op welke
termijn dit kan gaan spelen, kan ik hem zeggen
dat wij al het mogelijke zullen doen om ervoor te