827
11 MEI 1978
zorgen dat die werkzaamheden snel in het passende
verband worden aangepakt. Het college van burge
meester en wethouders heeft een week of drie, vier
geleden een brief van het stadsgewest gekregen
waarin de vraagstukken aan de orde werden gesteld
die te maken hebben met de bestuursstructuur, bij
voorbeeld de kwestie van de fractievorming, het
vraagstuk van het al dan niet deelnemen door de
burgemeesters in de stadsgewestraad en in het dage
lijks bestuur, de politieke fractievorming, de om
vang van de stadsgewestraad en de omvang van het
dagelijks bestuur dat men in de huidige samenstel
ling wat aan de ruime kant vindt. Het stadsgewest
heeft het college gevraagd die punten in de gemeen
teraad aan de orde te stellen. De betreffende cor
respondentie, de nota van het stadsgewest en de
brief met de vragen zijn in ons bezit en het is
de bedoeling dat deze aangelegenheid in haar volle
omvang in de gemeenteraad zal worden besproken.
Het is vanzelfsprekend dat de gemeenten, waarop
het stadsgewest is gebaseerd, daarover hun oordeel
kenbaar moeten maken. Het is onze bedoeling dit in
de gemeenteraad aan de orde te stellen en ik neem
aan dat dit ook de bedoeling is van alle andere
gemeenten in het stadsgewest, teneinde op niet al
te lange termijn met deze principiële discussie
te kunnen aanvangen. Daarbij is ook het vraagstuk
inbegrepen van de afspiegeling in de gewestraad,
waar de heer Welschen over sprak. Ik heb begrepen
dat er wat dat betreft een grote mate van overeen
stemming bestaat, maar ik geloof dat het nuttig en
nodig is die discussie en het preadvies van burge
meester en wethouders te dien aanzien af te wach
ten. Het is zeker niet de bedoeling de situatie
voor lange tijd te consolideren; de bedoeling van
dit voorstel ik kan het niet duidelijk genoeg
zeggen is in te spelen op de onderhavige proble
matiek van de toetreding van Etten-Leur en Ooster
hout. De rest komt op het daarvoor geëigende moment
aan de orde
Ik meen dat het zojuist door mij gegeven