831
11 MEI 1978
je een nieuwe raadsperiode, dan moet er een nieuwe
stadsgewestraad gekozen worden en dan hadden ook
de modellen, die in de nota bestuursstructuur
staan en die ik hier niet wil bespreken omdat zij
later aan de orde komen, kunnen werken. Als ik
over uitstel praat, bedoel ik uitstel ten opzichte
van de oorspronkelijke bedoeling om in september
1978 te weten of de stadsgewestraad op de oude
dan wel op de nieuwe manier zal worden samenge
steld. Ik vind het goed dat Etten-Leur en Ooster
hout erbij komen, maar ik vind het verdomd jammer
dat dit ten koste moet gaan van de aanpassing van
de bestuursstructuur van de stadsgewestraad op het
moment, waarop dat het beste had kunnen gebeuren,
namelijk bij de verkiezing van de nieuwe raad.
In de motie staat niet dat wij kiezen voor
directe verkiezingen of dat wij kiezen voor de mo
dellen I tot en met VI uit de bestuursstructuur.
In onze motie staat uitsluitend dat wij het uit
stel betreuren en dat wij aandringen op het spoe
dig hervatten van een en ander. In die zin poogt
de motie niet de discussie over politieke fractie
vorming aan te zwengelen, want dat is in deze raad
niet meer nodig als de programma's kloppen. Zij
poogt ook niet andere gemeenten vast te leggen op
het standpunt van Breda, maar ik vind wel dat je
het, als je in Breda in 1976 een motie aanneemt
waarin staat dat de bestuursstructuur moet worden
aangepast, in 1978 moet betreuren wanneer blijkt
dat dat om bepaalde redenen niet mogelijk is en de
hoop moet uitspreken dat het in de toekomst ver
sneld weer aan de orde kan komen. Ik denk dat een
uitspraak in die zin van de gemeenteraad van Breda
in de richting van het stadsgewest van betekenis
is en om die reden hebben wij onze motie ingediend.
In het progressief vooroverleg in de stadsge
westraad, waar ik als één van de Bredase deelne
mers in zit, meenden wij vanuit het Bredase
standpunt, de motie van 1976 in het hoofd, te mo
gen protesteren tegen de gang van zaken zoals die
daar heeft plaatsgevonden. Ik geloof dat het feit,