11 MEI 1978
834
want als je zo'n motie als gemeenteraad van Breda
met alleen de P.P.R.-stemmen om bepaalde redenen
tegen aanneemt en als je in de nieuwe program
ma's schrijft dat je afgaat op een niet geringe
wijziging van de bestuursstructuur, vind ik het
niet meer dan logisch dat je het stadsgewest laat
weten hoe de gevoelens op dit moment in Breda lig
gen. Waar wij praktisch met het model uitkomen zul
len wij later wel zien, maar ik denk dat het ook
voor de ontwikkeling van het stadsgewest van bete
kenis is dat Breda net zoals andere gemeenten
dat hebben gedaan laat weten waar het in dit op
zicht staat.
De heer TAKS: Ik heb in tweede termijn al ge
zegd dat wij de vertraging ook betreuren, die is
opgetreden bij de behandeling van de bestuursstruc
tuur van het stadsgewest, maar wij hebben begrip
voor de oorzaken daarvan. De heer Welschen weet
als lid van de commissie algemene zaken van het
stadsgewest beter dan wie ook in deze raad wat die
oorzaken zijn. Dat is niet alleen het toetreden
van Etten-Leur en Oosterhout, maar ook de complexi
teit van de materie die aan de orde is. Ik vermag
niet in te zien hoe het belang van de structuur
van het stadsgewest, waar in deze raad unaniem over
wordt gedacht, gediend zou zijn met de aanvaarding
van deze motie. De V.V.D.-fractie zal tegen stem
men
De heer VAN BANNING: Ik kan de heer Welschen
niet helemaal volgen, temeer omdat toch ook bij
zijn fractie altijd een zeker leidmotief is dat
een ruime gedachtenwisseling aan besluitvorming
vooraf moet gaan. Wat is namelijk het geval? Er is
een commissie van advies en bijstand en de heer
Welschen weet even goed als andere daarbij betrok
kenen dat wij heel veel over de structuur van het
stadsgewest hebben gesproken. Er is een uitgebrei
de studie van gemaakt en hij weet ook hoe de gevoe
lens bij anderen liggen. Bovendien weet hij dat