1
I
837 11 MEI 1978
geweest. Een begroting van een fonds dat is overge- w,
bleven nadat het Oude Mannenhuis, dat thans het t
cultureel centrum de Beyerd is, als zodanig was d
opgeheven. Toen is besloten de overblijvende gel- v
den te besteden ten behoeve van een aantal voorzie- h'
ningen voor bejaarden. In de commissie is daarbij wi
onder ander gesproken over de zin van het fonds en d<
wat ermee zou kunnen worden gedaan. Er is toen p
afgesproken in de commissie later nog eens uitvoe- o
rig te praten over het vermogen en de toekomstige t<
bestemming te dien aanzien. De commissie heeft be- e
sloten die suggestie op de "reminderlijst" te t
plaatsen en er later nog eens op terug te komen. i
Op 16 december 1975 is in diezelfde commissie, na- e
dat er weer over gediscussieerd was, nogmaals be- r
sloten dat wij er opnieuw over zouden gaan praten. a
Waarover gaan wij dan praten? Bij dit voorstel o
wordt gezegd waar de baten van het fonds naar toe n
gaan. Zij worden op dit moment gebruikt voor be- 1
jaarden, voor het werk van de indicatiecommissie, z
voor de bejaardenregistratie et cetera. Allemaal k
belangrijke dingen die, naast wat kleinere dingen, w
uit dit fonds zijn gefinancierd. m
Het kapitaal was per 31 december 1975 u
830.332,en per 31 december 1976 865.300,s
Het wordt dus telkens groter en dat is ook wel be- a
grijpelijk voor één van de grootste slapende fond- s
sen van Breda. De heer Van Banning, met zijn grote d
betrokkenheid bij het maatschappelijk leven in t
Breda, zal ongetwijfeld weten dat slapende fondsen
groeien als er niets mee wordt gedaan. 1
E
De heer VAN BANNING: Ik ben het niet met u
eens. c
1
De heer OOMEN: Dat weet ik wel, maar daar wil c
ik nu net met u over praten. Het betreft hier een t
fonds van de gemeente, dat bestierd wordt door een
college van regenten dat door ons wordt benoemd.
Moeten wij dat fonds al dan niet afbouwen? Wij moe
ten ten principale bespreken of dat mogelijk is,
