74
12 JANUARI 1978
samenleving extra aandacht.
Vervolgens zou ik de wethouder willen vragen
waar nu de feitelijke constateringen van het P.O.O.
op basis van het zesjarig onderzoek in het pread
vies uitgewerkt terug te vinden zijn. Een consta
tering van het P.O.O. was ik heb er al op ge
wezen dat er in Breda een zeer ingewikkeld pa
troon van instellingen op welzijnsgebied is. Ook
heeft men vastgesteld dat er in het gemeentelijk
beleid tweeslachtigheid te signaleren valt en dat
de doelstellingen van het gemeentelijk beleid on
duidelijk overkomen op de instellingen; men stelde
wat dat laatste betreft ook het omgekeerde vast.
Op welke wijze is dit alles nu verwerkt in het
preadvies?
Het P.O.O. heeft als oplossing aangegeven dat
er verbeterde overlegsituaties zouden moeten komen.
Overigens hebben wij ook kritiek op het P.O.O.
met name ten aanzien van de aangegeven oplossingen.
De oplossing van verbeterde overlegsituaties vind
ik inderdaad in het preadvies terug; ik denk dat
ook daarbij de technisch-organisatorische kant van
de zaak in het geding is. Er moet echter volgens
het P.O.O. ook politieke controle op de verbeterde
overlegsituaties komen. Te dien aanzien hebben wij
nogal wat amendementen opgesteld en allerlei fun^
damentele punten ingebracht. Die bijdrage is ech
ter door het college en door de heer Eissens opzij
geschoven dat we het besturen van de stad niet on
nodig ingewikkeld moeten maken. Alsof het welzijn
daarmee gediend is.'
Vervolgens wil ik enkele opmerkingen maken
aan het adres van de heer Eissens, die vandaag op
onze nota nogal uitgebreid is ingegaan. Ik wil
niet ingaan op alles wat hij heeft gezegd, hetgeen
trouwens gezien het beroep dat op mij is gedaan om
het kort te houden, nauwelijks mogelijk is.
Het eerste punt van kritiek van de heer Eis
sens hield in dat het onjuist zou zijn de rappor
ten van het P.O.O. en het preadvies aan elkaar te
koppelen. Ik zou daar het volgende tegenover willen