839 11 MEI 1978 gehoord de discussies over de goedkeuring van de begroting 1978 van "het oude mannenhuis" (bijlage 167) constaterende dat het een goede zaak is voor het gemeentebestuur mee te denken over de be steding van de jaarlijkse opbrengst van het vermogen van genoemd "oude mannenhuis" en sug gesties te dien aanzien te doen aan het be treffende college van regenten, spreekt als zijn mening uit dat vóór de indie ning van de begroting 179 van het "oude man nenhuis" een discussie over de mogelijkheden van besteding van de opbrengsten van dit fonds zal plaatsvinden in de commissie maat schappelijke dienstverlening, sociale zaken en volksgezondheid, zulks al dan niet tezamen met het betreffende college van regenten, en gaat over tot de orde van de dag." Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie- Oomen mede onderwerp van beraadslaging uit. De heer KOERTSHUIS: Aan de orde is de goedkeu ring van de begroting '78 van het Oude Mannenhuis. Statutair is bepaald dat de stichting een begro ting indient die de raad dan moet goedkeuren. Op grond daarvan vind ik het niet correct dat de zaken in deze motie worden omgedraaid en dat wordt voor gesteld dat de gemeenteraad er nu ineens, los van het stichtingsbestuur, de volgende keer, al of niet tezamen met het college van regenten, over moet praten. Ik vind dat een incorrecte handelwij ze, want wij praten hier over statuten en de motie stelt voor anders te handelen dan in de statuten, die met het stichtingsbestuur zijn overeengekomen, is opgenomen. Het zou iets anders zijn als de P.v.d.A. zou wensen dat het college eens met het stichtingsbestuur over een statutenwijziging zou

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 839