11 MEI 1978
842
commissie maatschappelijke dienstverlening dat net
zo goed en dat is de strekking van mijn motie. Ik
zie helemaal niet in dat deze motie ingrijpt in de
eigenheid van het college van regenten, want als
ik dat zou willen zou ik het wel in de motie heb
ben gezet. Ik wil gewoon praten over hetgeen wij
met de gelden kunnen doen. Op grond van deze argu
menten handhaaf ik mijn motie.
De heer VAN DONGEN: U kunt zich waarschijn
lijk wel voorstellen dat ik er niets meer van be
grijp. Eerst wordt er in de commissie een betoog
gehouden dat gaat over het kapitaal; dat betoog
wordt hier in de raadsvergadering herhaald en dan
wordt er een motie ingediend, die noch het betoog
in de commissie noch het betoog,in deze raad dekt.
Toch wil ik proberen in te voelen wat er achter
deze motie steekt. Ik heb een zin letterlijk opge
schreven, want die kan van belang zijn: "Als de
leden van de fractie van deze P.v.d.A. en P.P.R.
andermans kapitaal in de particuliere sfeer ruiken
willen zij daarover direct meepraten en zij bedoe
len dan beslissen."
De heer OOMEN: Dat heb ik niet gezegd!
De heer VAN DONGEN: Dit is een zin die wij
straks in de commissie kunnen gebruiken. Wij als
C.D.A. weten dat de opbrengsten van genoemd kapi
taal op een goede wijze worden besteed, onder ande
re voor de bejaarden. Natuurlijk zijn er andere
structuren te bedenken en vast te stellen, maar
dat zijn nog niet per definitie betere structuren.
Wij hebben dus geen behoefte aan de ingediende mo
tie van de fracties van P.v.d.A. en P.P.R. Ik heb
begrepen dat de relatie tussen het college en het
stichtingsbestuur heel goed is en in de afgelopen
vier jaar is het mij feitelijk duidelijk geworden
dat er voor de bejaarden in goed overleg veel kan
worden bereikt. Ik hoop dat er meer slapende fond
sen te vinden zijn die voor een goed doel zouden