845
11 MEI 1978
wij als enige in het land buiten de landelijke sa- il
menwerking moeten blijven. Een vraag die vaak aan mc
de orde is gesteld en waar wij als raad en als sa- te
menwerkingsverband in Tilburg nog steeds mee bezig de
zijn. Vooral omdat er grote bedragen mee gemoeid zc
zijn vinden wij dat wij niet in een soort rioolwa- be
terzuiveringsinstallatie-situatie zouden moeten C.
geraken, waarin de Kroon straks misschien zal moe- Ie
ten bijstaan en men, als er straks eventueel ge- zi
integreerd gaat worden, niet tot overeenstemming mc
kan komen met betrekking tot de prijs die over en bé
weer betaald zal moeten worden. Aan de ene kant de
is het natuurlijk goed als je ten aanzien van deze ci
ontwikkelingen voortvarend bent, maar aan de ande- dc
re kant moet je je realiseren dat er een landelijk he
samenwerkingsverband is. Als dat op bepaalde ter- ir
reinen achter loopt vraag je bij een eventuele in- dé
tegratie en een mogelijke opheffing van het eigen cc
instituut in zekere zin om moeilijkheden. Op grond né
daarvan hebben wij nogal wat moeite met dit voor- vé
stel, dat toch in feite bedoeld is om die snelle kr
ontwikkeling op gang te houden. Wij zouden graag ói
zien dat de wethouder ons op dit gebied wat toezeg- dé
gingen doet. Wij weten dat aan het landelijk samen- gc
werkingsverband goede en slechte kanten zitten, zi
maar wij hebben eigenlijk onvoldoende gegevens om kc
te kunnen afwegen en een zelfstandige ontwikkeling gc
op automatiseringsgebied te kunnen voortzetten, p\
bezien tegen de achtergrond van een gezamenlijke z:
landelijke aanpak van die ontwikkelingen. Wij kun
nen een en ander niet goed tegen elkaar afwegen.
Wat is beter, de eigen ontwikkeling voortzetten en gc
daarvan zowel de vruchten plukken als de kosten m:
dragen, of opgaan in het landelijk geheel? Wij zou- dc
den het college willen vragen ons daarin een beter bc
inzicht te geven vóór de begrotingsbehandeling dé
1979, waarin weer belangrijke bedragen voor deze ii
kwestie gevoteerd moeten worden. ec
dc
Wethouder BROEDERS: Ik kan daar heel kort i:
over zijn. Er is een rapport samenwerking dat naar 1;