12 JANUARI 1978 75 stellen. Als de regering bijvoorbeeld beslist dat het bedrijfsleven met extra gelden moet worden ge steund, doet zij dat uiteraard mede op basis van binnengekomen rapporten. Die rapporten zijn de fundamentele bouwstenen voor adviezen die worden uitgebracht met betrekking tot te nemen beslissin gen. Hiermee wil ik niet zeggen dat iedere nota automatisch hetzelfde betekent als de beslissing die uiteindelijk wordt genomen. Ik houd echter staande dat de binnengekomen rapporten en de uit eindelijk genomen beslissing niet los van elkaar kunnen worden gezien. Naar de mening van de heer Eissens wordt de functie van de raad "overtild" door het feit dat wij nu met een groot aantal amendementen komen. We hebben dat in het verleden al eens eerder gedaan en over het doel ervan wil ik het volgende opmer ken. In eerste termijn heb ik al betoogd dat dit preadvies met zijn uitwerking in besluiten ons niet erg overtuigend voorkwam omdat een aantal es sentiële ontwikkelingen op welzijnsgebied er bui ten gelaten werden. Door ons werk dat in de nota tot uiting is gebracht, hebben we geprobeerd de witte vlekken in het preadvies op te vullen en al dus te zorgen dat er een samenhangend beleid zou ontstaan. Dat is het idee geweest dat aan ons op treden ten grondslag heeft gelegen en ik heb het gevoel dat dat fundamentele idee van ons niet he lemaal is begrepen. Het is niet zo maar een kwes tie van "nou gaan we eens fijn amendementjes in dienen", het is een kwestie van het uitwerken van je eigen visie om die tegenover de aangeboden voor stellen te kunnen stellen. Er is werkelijk geen sprake van "frappez toujours". Ik geloof ook niet dat dat een eerlijk gezegde in onze richting is, want wij zijn altijd bereid geweest over de voor stellen die wij deden te discussiëren en na te gaan of er tot gezamenlijke oplossingen kon worden gekomen. Dat is ook de taak van een raad en van politieke partijen. Wij hebben heel duidelijk de bereidheid daaraan mee te doenmaar ik heb vandaag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 75