11 MEI 1978
850
De heer CRUL: In zeer uitvoerige gesprekken
is de afgelopen maanden gesproken over onze ideeën
inzake het milieu en het voorstel van het college
daarover. De procedure is ook vaak aan de orde ge
weest. Vanaf de start van die gesprekken was het
duidelijk dat het samenvoegen van onze opvattingen
over milieuzaken en die van het college moeilijk
zou zijn. Op bepaalde momenten hadden wij de in
druk dat het toch tot de mogelijkheden behoorde,
maar op een gegeven moment is daar toch een zekere
breuk in gekomen. Het college is zijn eigen weg
gegaan, daarbij gebruik makend van de gegarandeer
de steun van de meerderheid van de raad. Op grond
daarvan is in de behandeling, zowel in de commis
sies als in de raad, toch niet duidelijk over de
essentiële verschilpunten gesproken. Dat kón niet
en dat hebben wij ook niet geprobeerd via de motie
die wij in de vorige raadsvergadering hebben inge
diend. De essentiële punten zijn daarbij gewoon
niet genoemd. Wij hebben in die vergadering natuur
lijk onze opvattingen over een aantal zaken op ta
fel gelegd, maar via de motie hebben wij in feite
toch een compromis in dezen willen aanbieden. Dat
is niet mogelijk gebleken en wij hebben in de ge
noemde vergadering ook al duidelijk gezegd dat wij
met een initiatiefvoorstel zouden komen. Aan de
ene kant hebben wij dus geprobeerd een compromis
te bereiken, maar dat is niet gelukt. Aan de ande
re kant hebben wij ons in commissie en raad zeer
terughoudend inzake deze kwestie opgesteld. Nu
zijn de essentiële punten aan de orde die bij de
federatie van fracties over het milieu leven. Deze
punten zijn ook in het initiatiefvoorstel opgeno
men en daarnaast is het ook van belang dat bij de
behandeling in de vorige raadsvergadering niet
duidelijk is geworden wat er nu met de opvattingen
die toen op tafel zijn gelegd, gaat gebeuren. Het
is niet duidelijk wat het college van plan is met
zijn eigen ideeën te gaan doen noch wat er met on
ze beperkte inbreng gaat gebeurenIn het initia
tiefvoorstel zijn dus essentiële nieuwe zaken aan