853
11 MEI 1978
Wij hebben hier echter nog geen maand geleden met
dat geef ik toe -- het voorstel van het college
in da hand over gediscussieerd. Wel staan in de
note "Naar een gezond Bredaas milieu" veel nieuwe
gezichtspunten, maar nu wij zo uitvoerig over mi
lieubeheer en milieubeleid hebben gediscussieerd
en temeer waar het college heeft toegezegd met de
opmerkingen van de P.v.d.A. ernstig rekening te
houden, lijkt het mij niet juist nu weer een dis
cussie over het milieu te gaan voeren. Daarom
handhaaf ik mijn bezwaar en het ordevoorstel.
De heer TEN WOLDE: Het betreft hier zeker
geen ontneming van het recht tot initiatief, het
geen aan zwaarwegende elementen moet worden ge
toetst. Ik heb al eerder gezegd dat er in de raads
vergadering van een maand geleden een uitgebreid
debat heeft plaatsgevonden. Daarvoor hebben wij
ook nog zeer uitgebreide debatten in de commissie
gehouden, waarbij de detailvoorstelien die in dit
initiatiefvoorstel zijn opgenomen deels wel dege
lijk aan de orde zijn geweest. Dat, aangevuld met
de toezegging van het college om het hoofdstuk mi
lieu in de sectorbeleidsnota's een apart kader te
geven, is de weg die wij gekozen hebben. Wij heb
ben daar vertrouwen in en dat vertrouwen ontbreekt
kennelijk bij de oppositie. De moeilijkheid komt
eerder daaruit voort dan uit hetgeen de heer Crul
verwoordt, dat hij niet de kans krijgt zijn visie
op tafel te leggen. Die kansen zijn er wél geweest
en wij vinden dan ook dat hier toch van een zekere
minachting voor de discussies en de inhoudelijk
heid van het raadsdebat kan worden gesproken.
De heer WELSCHEN: Het is misschien niet leuk
om dit bij interruptie te zeggen, maar ik heb toch
bezwaar tegen het feit dat gezegd wordt dat deze
voorstellen in alle commissies uitvoerig aan de
orde zijn geweest. De commissie bedrijven, waar ik
bij ben geweest, heeft er zeer uitvoerig over ge
sproken en ik heb toen ook tegen de wethouder