878 22 JUNI 1978 een vertegenwoordiging van de hoofden van de open bare scholen voor kleuter- en lager onderwijs. Het vaststellen van het vakantierooster blijft evenwel een zaak, welke behoort tot de autonome bevoegdheden van elk schoolbestuur. Ons college heeft hierin geen zeggingsmacht. Wel is door ons regelmatig bij de schoolbesturen de wenselijkheid benadrukt om voor de gehele stad een zoveel mogelijk eensluidend vakantierooster te realiseren. Ook voor het komende schooljaar zijn wij voorne mens om hiervoor de nodige aandacht te vragen. Afgezien van enige geringe afwijkingen, hebben wij de indruk dat de voor de verschillende scholen vastgestelde vakantieroosters thans redelijk op elkaar aansluiten. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 17 april 1978) De heer Ten Wolde: Er zijn de laatste tijd publikaties verschenen om trent de onderhandelingen van de wethouder met de gedeputeerde over de problematiek van de omleiding Ulvenhout, waarbij zowel een Ulvenhouts als een Bredaas belang aan de orde is. Ik meen dat een en ander in een uitstelprocedure dreigt terecht te komen Ik zou de wethouder willen vragen of het mogelijk is de volgende week donderdag in de commissie ruimtelijke ordening hierover apart te spreken, in verband met een mogelijke standpuntbepaling terwille van een snelle afhandeling van een even tueel meningsverschil met de provincie. ANTWOORD Aan het verzoek is voldaan in de vergadering van de commissie ruimtelijke ordening, die gehouden is op donderdag, 27 april j.l. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 17 april 1978) De heer Houben:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 878