22 JUNI 1978 885 De VOORZITTER: Wenst men stemming over het ordevoorstel? De heer OOMEN: Ik zou graag in tweede termijn nog iets zeggen. Ik kan mij voorstellen dat enige sprekers nu hebben gezegd dat het hier om een aan gelegenheid van landelijke politiek gaat die de gemeente niet regardeert. Deze opmerking is, ge zien de politieke instelling van de geachte spre kers, begrijpelijk. Laten we nu echter eens ge woon nagaan wat het Chili-comite verzoekt. Men verzoekt onder meer de gemeenteraad een oproep aan de Bredase bevolking te doen, naar onze mening bij uitstek een punt waarover deze gemeenteraad dit bestuur van Breda, iets ten positieve of ten negatieve; dat is nu nog niet im Frage kan zeggen. Als de Bredase bevolking of een aantal Bredase burgers ons als bestuur van de stad vraagt een bepaalde oproep te doen, moeten wij ons er over uitspreken of wij het daar al dan niet mee eens zijn. Natuurlijk gaat deze kwestie ook de landelij ke politiek aan. In landelijk verband is een aan tal partijen er in verschillende opzichten mee bezig, maar ook de Bredase politiek heeft met het onderhavige onderwerp te maken. De heer Visser heeft in mijn ogen wat gemak kelijk het standpunt van de V.V.D.-woordvoerders ondersteund. In het nieuwe programma van het C.D.A. wordt echter erg duidelijk aangegeven dat het C.D.A. zich medeverantwoordelijk weet voor wat er met de wereld en met de schepping gebeurt; het C.D.A. is voorts voorstander van de bevorde ring van de mondigheid van alle mensen en het streeft naar het bereiken van fundamentele gelijk waardigheid van burgers, ongeacht levensovertui ging t ras, geslacht, afkomst en maatschappelijke positie, alsmede naar het tegengaan van oncontro leerbare machtsconcentraties in bestuurlijke en economische verbanden. Welnu, dit zijn aspecten die juist van belang zijn in verband met het in-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 885