898
22 JUNI 1978
betoog aan de hand van enkele kanttekeningen bij
de aspecten van de beoordeling nader te kunnen
aanduiden in welke omgeving het begrip "betaalbaar"
zich bevindt. Het stelde mij diep teleur dat me
vrouw Paulussen dit begrip nog steeds niet nader
heeft aangeduid.
In de raadsdiscussie van 1975 is betoogd dat
er "goede en goedkope" woningbouw tot stand moest
komen. Nu is naar mijn mening het predicaat "goed
en goedkoop" een contradictio in terminis: het is
opgebouwd uit twee begrippen die slecht bij elkaar
passen. "Goed" laat ik mij heel voorzichtig
uitdrukken! betekent meestal "duurder".
De V.V.D. heeft altijd verkondigd dat het bij
woningbouw niet alleen gaat om het vervullen van
wensen die op dit ogenblik bestaan. Er moet wel
degelijk óók worden vooruitgezien. Je moet probe
ren met de woningbouwcapaciteit die voor twintig,
vijftig of misschien zelfs wel zeventig of honderd
jaar wordt gepland, een dusdanige kwaliteit na te
streven dat een stukje herkenbaarheid van de stad
voor de toekomst wordt gewaarborgd. Bovendien moet
het voor de toekomst mogelijk worden gemaakt dat
de door sociale woningbouw gekenmerkte wijken via
een doorstromingsbeleid worden "ingevuld", waar
door ook deze mensen en wie gunt hun dat niet
van harte? in woningen zullen kunnen wonen die
het aanzien waard zijn en die met hun kwaliteit
op langere termijn aan de wensen kunnen voldoen.
De kwalificatie "betaalbaar" moet worden in-
gevuld met deze twee wensen. Daarnaast heeft de
bevolking de duidelijke wens om niet schoksgewijs
een huurverhoging te ondergaan, iets wat niemand
prettig vind. Ik wil proberen het begrip "betaal
baar" nader te omschrijven. De heer Van Asseldonk
heeft in 1975 gesproken over een project dat bij
hem overkwam als een "nachtmerrie" of waarvan hij
althans de indruk had dat het een nachtmerrie zou
worden. Ik geloof dat het inderdaad een nachtmer
rie is geworden: de zaak heeft zich lang voortge
sleept en juist door deze lange procedure zitten