900 22 JUNI 1978 gaat: de minimumloontrekker en de modale werknemer. Wanneer ik rekening houd met de huursubsidiepoli- tiek en uitga van een huur van 377,kom ik tot de conclusie dat men 205,huursubsidie krijgt, zodat het eindbedrag 172,wordt. Daarnaast mo gen we niet wegcijferen dat de individuele huursub sidie en de gewenningsbijdrage in totaal nog eens 98,opleveren. Ik kom dan tot een bedrag van 74,per maand, in vijf jaar tijd oplopend tot 172, Dit bedrag ligt en hier is de verantwoorde lijkheid van ons, raadsleden, in het geding vol strekt in de landelijke lijn van aanvaardbare hu ren, uitgedrukt in een percentage van ieders inko men. Het gaat hier om een lager percentage dan 10. Ik zou daar bijna aan willen toevoegen dat men op deze manier straks voor een oude prijs in een nieuwe woning zal wonen. Ook dat mogen we binnen de verantwoordelijkheid die we als raadsleden heb ben, mijns inziens onderstrepen. Vervolgens vraag ik mij af wat het alternatief is, want wij zitten hier om alternatieven te toet sen en te ontwikkelen. Wanneer ik uitga van het bedrag van 280,dat voor de linkse fracties taakstellend is, blijkt mij dat er met toepassing van de huursubsidieregeling jaarlijks een bedrag van 2.040,een maandelijks bedrag van 170,oftewel" 2,minder per maand! zou moeten worden betaald, als de gemeente 12.000,- van deze woningen extra zou financieren. Het enige alternatief laten we dat vanavond tegen elkaar zeggen is dat de gemeente uit eigen zak 1,8 miljoen op tafel legt. Dit komt neer op een finan ciële last van 1.000,per woning, die in schril contrast staat tot het resultaat voor de huren. Als de gemeente het hier bedoelde aanzien lijke bedrag op tafel zou leggen, vermindert de rijkssubsidie, hetgeen inhoudt dat die kosten van 1.000,dat is 150.000,— per jaar op het exploitatiebudget van de gemeente zouden leiden tot een vermindering in huur van 24,— per gezin

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 900