902 22 JUNI 1978 De heer CRUL: Mijnheer de voorzitter. U hebt de commissie financiën vanmiddag bijeen geroepen om over deze materie te spreken, maar de vertegen woordigers van C.D.A. en V.V.D. hadden blijkbaar geen tijd. Het is teleurstellend dat, als er zo'n belangrijk onderwerp aan de orde is, de leden of de plaatsvervangende leden van de commissie niet bereid zijn naar het stadhuis te komen. Ik weet niet of men bewust is weggebleven: je zou dat, als je de correspondentie in gedachten neemt, kunnen denken. Wij hebben namelijk op 27 mei om een ge combineerde vergadering gevraagd, een verlangen waarvoor mijns inziens duidelijke argumenten pleit ten, aangezien er aspecten van financiën en open bare werken met elkaar verband houden en in elkaar overlopen. Hoewel wij dat hadden aangetoond, heeft het college ons verzoek afgewezen, terwijl op ons tweede verzoek in eerste instantie eigenlijk in het geheel niet is gereageerd. Aan het begin van deze week hebben wij om een aparte vergadering van de commissie financiën gevraagd, die inderdaad op korte termijn bijeen is geroepen. Het is bekend dat er zieken waren, maar ik vind het toch een beetje onbehoorlijk dat men, wetend dat er zo'n belangrijk onderwerp aan de orde komt, niet bereid is aan de discussie deel te nemen. De heer PEETERS: Ik proef uit de woorden van de heer Crul enige "zachte" verdachtmakingen aan het adres van de leden van de commissie die op zeer correcte wijze hebben laten weten dat zij on^ danks het belang van het onderwerp niet bij de be^ spreking aanwezig konden zijn. De uitnodiging be reikte ons pas gistermorgen en wij hebben ook nog een normale werkkring. Ik vind dat de heer Crul insinuerende opmerkingen maakt, als hij aan het begin van dit betoog probeert hier een zweem van verdachtmaking omheen te brengen. De heer CRUL: Ik heb hier helemaal geen ver dachtmaking omheen gebracht. Ik heb gezegd dat ik dit onbehoorlijk vind en....

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 902