910
22 JUNI 1978
vergaderingen van de commissie openbare werken be- bi
sprekingen over de Gerardus Majellawijk gevoerd. hi
Eigenlijk komt de discussie slechts op twee punten
neer: vj
1. heeft de gemeente Breda de heer Crul Wc
heeft die vraag heel duidelijk gesteld de
er wel alles aan gedaan om, simpel gezegd, k\
ter zake het onderste uit de kan te krij- s1
gen? re
2. als deze vraag bevestigend moet worden be- ve
antwoord hetgeen het geval is is er
dan buiten de bestaande subsidieregelingen si
nog iets anders te ondernemen? di
Ik kom hier straks nog op terug. v<
Als de raad daar geen bezwaar tegen heeft, a'
zou ik in de beantwoording van de kant van het col- h<
lege allereerst de betogen van de heren Van Duijl ti
en Ten Wolde aan de orde willen stellen. Ik heb v
van beiden begrepen dat zijtegen de achtergron- w
den waarop ik nu niet meer inga, het ter tafel lig- u
gende raadsvoorstel positief beoordelen en dat de n
fracties van C.D.A. en V.V.D. het ermee eens zijn. g
Met de heer Van Duijl ben ik het eens dat over het k
ontvangen van huursubsidie niet in allerlei verha- h
len moet worden gezegd dat het neerkomt op het p
handje ophouden bij de sociale dienst. Het gaat a
hier om iets anders dan de uitkeringen van de soci- u
ale dienst; de huursubsidie is nu juist een middel d
om datgene waar we vanavond tegen opboksen recht d
te trekken. Men moet niet zeggen dat de ontvangers g
van huursubsidie bij de rijksoverheid de hand op- s
houden in de zin van "mag ik alstublieft?"Er is h
geen sprake van willekeur van de overheid. Hoewel d
de regeling een individueel karakter draagt, is c
zij objectief van aard: iedereen die in relatie
tot zijn of haar inkomen in bepaalde huurquota c
valt, heeft gewoon recht op huursubsidie en daar h
hoeft geen "alstublieft" bij te worden gezegd. Ik s
ben het eens met de gefundeerde berekeningen van v
de heer Ten Wolde in verband met de vraag waar we r
nu eigenlijk over praten. Zijn berekeningen c
