22 JUNI 1978
911
brengen de opmerkingen over de huursubsidie tot
hun juiste proporties terug.
Veel meer moeite heb ik met het betoog van me
vrouw Paulussen, hoewel ik het het is misschien
wat verdacht om dit te zeggen met een deel van
de algemene uitgangspunten die erin tot uiting
kwamen wel eens kan zijn. Ik ben het eens met de
stelling dat goed wonen tegen betaalbare huren een
recht is, niet alleen van de Bredanaars, maar van
velen in onze samenleving. Ik ben het ermee eens
maar dat is helaas weer zo'n kreet die mis
schien tot allerlei veronderstellingen leidt
dat de kwestie van de woonruimteverdeling, juist
voor de categorie van de bevolking waar we van
avond over praten, niet onderhevig mag zijn aan
het vrije spel van economische krachten. Daar pra
ten we vanavond nu juist over: als het vrije spel
van economische krachten bepalend zou zijn voor de
woonruimteverdeling, had de gemeente geen bedrag
uit de algemene reserve geblokkeerd en hadden we
niet geprobeerd allerlei rijksbijdragen te verkrij
gen om voor deze huizen tot aanvaardbare huren te
komen. Als mevrouw Paulussen nu ooit een kreet
heeft geslaakt die niet in verhouding staat tot de
problematiek die aan de orde is, dan is het van
avond wel. Uit het ter tafel liggende voorstel en
uit eerder gehouden discussies blijkt duidelijk
dat de prijsvaststelling en onze activiteiten in
de Gerardus Majellawijk nu juist heel toevallig
geen onderwerp vormen ten aanzien waarvan wij de
situatie van de bewoners onderhevig doen zijn aan
het vrije spel der economische krachten. Ik geloof
dat wij dat met ons allen niet willen en ook niet
doen. Dan moet je het ook niet zéggen!
Wanneer wordt gesproken het lijkt zo gela
den over het "wegpraten" van de stijging van
bouw- en grondkosten met verwijzing naar de huur
subsidie, wordt een voorstelling van zaken gegeven
waarvan ik heb geprobeerd aan te geven dat zij
niet juist is. De bouwkosten stijgen, niet voor uw
of voor mijn lol, maar mede om de werknemers in de