918 22 JUNI 1978 uitgebreid en zeer concreet op de gemaakte opmer kingen geantwoord en er is dan ook eigenlijk wei nig meer te zeggen. Toch wil ik voor alle duide lijkheid, en in het bijzonder omdat op het ogen blik een groot aantal bewoners van de Gerardus Ma- jellawijk op de publieke tribune zit, nog het vol gende opmerken. De heer Ten Wolde heeft aan de hand van cijfers aangegeven wat de consequenties zijn van de verschillende subsidieregelingen waar van de bewoners gebruik kunnen maken: enerzijds individuele huursubsidie, anderzijds de huurgewen- ningsbijdrageWij waren van deze becijfering, die in onderling contact tot stand is gekomen, op de hoogte. De suggestie is gewekt dat een bijdrage van de gemeente van circa 1,8 miljoen ten aan zien van de uiteindelijk te betalen huur een ruim soelaas zou bieden. In werkelijkheid is echter het tegendeel het geval: bij een grotere bijdrage van de gemeente zou de huursubsidie van het rijk lager worden en zoals de heer Ten Wolde zeer terecht heeft gezegd zou de netto uitkomst voor de bewoners op 2,per maand neerkomen. Het gevolg van een grotere bijdrage van de gemeente is eigenlijk al leen dat een groot deel van die bijdrage door het rijk wordt "teruggevangen" in verband met een la gere huursubsidie De heer CRUL: Kunt u daar toch nog even die per op ingaan? U wekt nu de suggestie dat de bewo ners, wanneer er door een directe financiële bij drage van de gemeente een lagere huur tot stand komt, daar geen enkel voordeel van zouden trekken, maar dat is natuurlijk uitdrukkelijk wèl het ge val. De heer TEN WOLDE: Ik zou de heer Crul nog eens willen uitleggen wat er nu precies aan de or de is. De heer Crul heeft niet goed geluisterd, want wij hebben wel degelijk gezegd dat een gemeen telijke bijdrage van 1,8 miljoen tot een voor deel van de bewoners van 2,per maand zou

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 918