922 22 JUNI 1978 "financiën" in de sector "openbare werken" ten aan zien van lokatiesubsidies en dergelijke in feite geen verantwoordelijkheden heeft. Toch is aan deze materie een algemeen financieel aspect verbonden. Als er immers in die hoek dingen gebeuren die ne gatief of positief uitvallen, dan heeft dat ook ge volgen voor de algemene financiële positie voor de gemeente. In dat verband zijn wij van mening dat de commissie financiën in dezen een functie heeft, ook al omdat het toepassen en volgen van rijksbij drageregelingen en dergelijke ingewikkeld is en best eens vanuit een andere hoek kan worden beke ken. Ik zal een voorbeeld geven. Met betrekking tot de lokatiesubsidie wordt in het raadsvoorstel een "gat" gesignaleerd. Voor het geval dat dat "gat" blijft bestaan, is een reservering gedaan om daar in te kunnen voorzien. Ter zake van de objectsub sidie is in zekere zin hetzelfde het geval. Nu is het zo dat de subsidies afhankelijk zijn van wat je daarvoor aandraagt. Gebleken is dat een en an der nog niet zo "hard" is. Hebben wij of heeft "Sint Joseph" bijvoorbeeld met betrekking tot de objectsubsidie het bedrag van 4.800,niet "hard" kunnen maken, waardoor wij eventueel met een geringe bijdrage kunnen worden geconfronteerd? Het is van belang te weten of men dat bedrag niet "hard" heeft kunnen maken of dat er andere omstan digheden zijn waardoor wij toch niet de maximum- bijdrage ontvangen die in sommige situaties wordt uitgekeerd. Welnu, wanneer je tijdens de discussie in fractieverband met dit soort aspecten wordt gecon fronteerd, moet je daarover naar onze mening ook in de commissie financiën je zegje kunnen doen. Naar aanleiding van het betoog van de heer Ten Wolde over huursubsidie, huren en de bijdrage van de gemeente is erg veel te zeggen. Het gaat er juist om dat naar onze opvattingen de Gerardus Ma- jellawijk in een zeer bijzondere positie verkeert, als gevolg van de lang lopende procedure.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 922