928
22 JUNI 1978
echt gehoopt dat u met die informatie zou komen, n
en nu ik met het hele verhaal kom, zegt u dat de h
h.i.d. nog méér heeft gezegd. Natuurlijk heeft hij v\
nog meer gezegd en ik kan mij heel goede
j
Mevrouw PAULUSSEN: Ik hoef geen verantwoor- j
ding aan u af te leggen van mijn bezoeken aan de h
h.i.d.I c
z
Wethouder VAN DUN: Nee, natuurlijk niet, maar n
als u zich achter de wijk schaart met het verwijt c
dat dit college te weinig zou hebben gedaan en u 2
hoort nu juist het omgekeerde bij de h.i.d., dan v
zou het wel leuk staan als ook die berichtgeving c
naar de achterban zou overgaan! Ik kan mij best C
voorstellen dat de h.i.d. zegt: voor ons houdt het c
op, maar de gemeente kan zelf nog iets doen. Ja, h
natuurlijk, dat is dat stukje distantie tussen een- u
trale overheid en lokale overheid, waarover men v
mijn collega Broeders en mij duidelijke uitspraken t
heeft horen doen. I
Ik kom toe aan het piêce de résistance, waar c
ik nu echt moeilijk mee zit. Ik hoop dat mijn woor- e
den goed overkomen, want je kunt zo gemakkelijk f
één woord zeggen dat emotioneel verkeerd valt en c
ik wil de materie zakelijk behandelen. De heer i
Crul en mevrouw Paulussen hebben betoogd dat we 1
een schuld moeten aflossen en dat het te lang i
heeft geduurd, terwijl de heer Crul in mijn woor- a
den een 50/50-aansprakelijkheid voor het hele pro- 1
ces proefde. Je komt daarmee bijna in de verleiding
om de 50/50-verhouding door te lichten en op haar
juistheid te onderzoeken, maar ik geloof dat dat j
gans onsmakelijk zou zijn. Anderzijds brengen de 3
heer Crul en mevrouw Paulussen ons als gemeente- 1
lijke overheid in een verwijtbare positie, door er- 1
voor te pleiten het boetekleed aan te trekken en
voor de meest tragische wijk in Breda, waar de ge-
meente een hoge mate van verantwoordelijkheid voor 1
het op gang gekomen proces draagt, op basis van so- c
ciale indicatie de rekening te betalen. Zo ver kan