22 JUNI 1978
929
men mij niet krijgen en ik vind trouwens dat men
het college geen oor mag aannaaien. De situatie
wordt niet juist voorgesteld: als wij het met ons
allen hadden gewild, hadden we in de Gerardus Ma-
jellawijk in 1973 200 nieuwbouwwoningen voor
200,per maand gebouwd. Dat is óók feitelijk
heid en men verplicht mij dat te zeggen. Men kan
de bewoners niet verwijten dat die woningen niet
zijn gebouwd, maar men moet dan ook niet het ge
meentebestuur de rekening willen laten betalen om
dat het zo lang heeft geduurd. De bewoners hebben
zich misschien terecht indertijd tegen sloop
uitgesproken, met als argument dat zij wijkgebon-
den waren en zich aan hun woningen hadden gehecht.
Op aandrang van de bewoners is er een onderzoek in
gesteld om uit te maken of kaalslag inderdaad de
beste oplossing was. Er zijn vervolgens contacten
met het landelijk ombudsteam stadsvernieuwing ge
weest, waarna een architect in het proces is be
trokken die tenslotte weer niet werd vertrouwd.
Dat zijn doodnormale dingen die in dit soort pro
cessen voorkomen, maar laat men dan niet aan het
eind van de rit zeggen het gaat mij niet om
50/50, 40/60 of andersoortige verhoudingen dat
de gemeente haar schuld moet aflossen. Zo is het
niet. We zijn samen, bijna samen, tot het eind van
het verhaal gekomen. Zelfs waren we een aantal
maanden geleden nog samen, toen het om woningen
van 425,per maand ging: de contestatie was
toen wel groot, maar niet zo groot als op dit ogen
blik. We hebben de benen onder onze kont uitge-
sjouwd en ik denk dan in het bijzonder aan de
ambtenaren om te zorgen voor een huur van
377,--. De simpele vraag is nu of we er al dan
niet nog meer aan kunnen doen. Welnu, we kunnen er
bij de rijksoverheid niet méér aan doen en de eni
ge mogelijkheid om er in gemeentelijk verband iets
aan te doen, is niet juist, onverstandig en met
het oog op de andere sociale woningbouw in Breda
onverantwoord
Ik zou het hierbij willen laten.