22 JUNI 1978 935 motie aan de raad voorleggen. Naar onze mening zou de raad namelijk verder moeten worden ingeschakeld ten aanzien van de gronduitgiftevoorwaarden en het vestigingsbeleid, terwijl voorts enkele milieu-as pecten dienen te worden geregeld. Ter zake van de gronduitgiftevoorwaarden en het vestigingsbeleid verwijs ik naar de in de raad gevoerde discussie over onder meer de raad voor de werkgelegenheid. Bij die gelegenheid gaf de heer Veelenturf vóór de vaststelling van het programma van het C.D.A. eigenlijk al aan dat we elkaar in de volgende pe riode op dat punt zouden kunnen vinden. Dit is be vestigd door de programmavaststelling, maar het heeft naar onze mening ook met het ter tafel lig gende voorstel te maken. Van onze kant zouden wij voorts bij de invulling van het gebied duidelijk willen inbrengen dat zich hier een uitgelezen ge legenheid voordoet om het sociale vestigingsbeleid nu eens in de praktijk te gaan brengen. Omdat de betrokken wethouder op dat gebied een uitgesproken deskundige is, wachten wij met spanning op zijn antwoord. De motie dien ik bij dezen in. De door de heer Crul ingediende motie luidt als volgt: "1. Het nader invullen van het bestemmingsplan Moleneind Oost is van wezenlijke betekenis voor - het milieu - de bebouwde en nog te bouwen omgeving - de werkgelegenheid de raad van breda geeft het college in overweging 2. voorafgaande aan het verder invullen van het plangebied aan de raad een voorstel te doen over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 935