942 22 JUNI 1978 bij de stortplaats in het ^ader van maatregelen ter zake van het milieu. Kortom, het college ont raadt de motie. De VOORZITTER: Wie wenst verder iets over de motie op te merken? De heer CRUL: Misschien willen de andere frac ties in eerste instantie nog het woord voeren. Ik meen dat u daartoe nog niet de gelegenheid hebt gegeven, want u was nogal in sneltreinvaart bezig. De VOORZITTER: Ik hoopte de agenda vandaag af te werken. De heer VEELENTURFIk wil graag de mening van mijn fractie geven, hoewel het daarbij een probleem vormt dat het voorstel van het college al is aangenomen. Alsnog kan ik zeggen dat wij me nen dat de raad bij agendapunt 13 een zeer goed besluit heeft genomen, dat geheel in overeenstem ming is met vroegere discussies en besluiten over de werkgelegenheid in Breda. Ik kan mij voorstel len dat de heer Crul weer eens de werkgelegenheid aangrijpt om aandacht te vragen voor het sociaal statuut, de raad voor de werkgelegenheid, het ves tigingsbeleid, de gronduitgifte enzovoorts. Tijdens de begrotingsbehandeling van november 1977 hebben wij de heer Dreef gevraagd een stuk te produceren om duidelijk te maken wat de gedachten van P.v.d.A. en P.P.R. zijn met betrekking tot een raad voor de werkgelegenheid en een sociaal sta tuut in Breda en met betrekking tot het hier ter stede te voeren vestigingsbeleid. Een dergelijk stuk is ons destijds toegezegd, maar ik moet con stateren dat het op het ogenblik, met de vakanties voor de deur, nog steeds niet binnen is; ik denk dat we er nog heel lang op kunnen wachten. De dis cussie zou volgens mij door zo'n stuk duidelijker worden, want het is nodig dat we weten waar we over praten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 942