946
22 JUNI 1978
De heer OOMEN: Bij ons niet, bij u kennelijk
wèl, want dit punt staat nu wèl in uw programma,
wat ik trouwens positief vind. Ik wil de heer
Broeders en u wat dat betreft inderdaad verwijzen
naar de nieuwe onderhandelingen. In ieder geval
kunt u niet zeggen dat u van dit punt niets afweet
er zal uiteraard in de kring van het C.D.A.zoals
in een politieke partij gebruikelijk is, zijn ge
discussieerd voordat de desbetreffende passage in
het programma is opgenomen. Wij vinden deze passa
ge positief; ik zeg alleen dat wij hier al acht
jaar over bezig zijn, zodat u niet kunt stellen
dat u niet weet wat dit inhoudt.
De heer VEELENTURF: De heer Oomen moet goed
lezen. Er staat in ons programma dat gestructu
reerd overleg tussen overheid, werknemers en werk
gevers zeer noodzakelijk is. Het zou kunnen zijn
dat dat overleg in een heel ander kader werkelijk
heid wordt dan in het kader van een raad voor de
werkgelegenheid zoals die van de kant van de
P.v.d.A. wordt bepleit. Ik weet dat niet, want ik
heb daarover van die zijde nog nooit iets gehoord.
De heer VAN DUIJL: De heer Oomen is vanavond
al een paar keer aan het woord geweest, maar hij
realiseert zich niet dat hij aan deze kant van de
zaal niet te verstaan is. Hij ratelt zo snel en zo
binnensmonds, dat wij niet kunnen volgen wat hij
zegt.
De VOORZITTER: Is dat een verzoek aan de heer
Oomen om zijn betoog opnieuw af te steken?
De heer VAN DUIJL: Integendeel, want mijn col
lega blijkt het wèl te hebben verstaan, maar wij
verstaan er hier niets van!
De heer CRUL: Ik heb uit de woorden van de
heer Van Dun begrepen dat hij nog maar kort in het
werk op het gebied van economische zaken zit, wat