22 JUNI 1978
957
begeleiding betreft, zeker van bewust dat er een
immense operatie moet worden uitgevoerd en dat men
die coördinatie en begeleiding daarbij een zeer
centrale rol dient te geven. Juist daarom zijn wij
van mening dat de gemeente te dien aanzien haar
eigen verantwoordelijkheid moet durven dragen. Als
de secretaris zegt dat dat op dit ogenblik niet te
verwezenlijken is kunnen wij ons dat voorstellen.
In verband daarmee vragen wij het college in de mo
tie dan ook binnen drie maanden met een voorstel
dienaangaande te komen. We denken daarbij aan een
voorstel met betrekking tot de opzet en de integra
tie in het ambtelijk apparaat. Zou er in dat ver
band moeten worden overgegaan tot uitbreiding van
het apparaat teneinde over bepaalde deskundigheden
te kunnen beschikken, dan is daar met ons over te
praten. Wij zien best wat er aan de orde is. Het
standpunt van het college gaat volgens de woorden
van de wethouder in dezelfde richting, want men is
de inschakeling van externe adviseurs in zekere
zin al aan het afbouwen.
Al met al denk ik dat er geen enkele reden is
om de motie niet over te nemen. Ik zie althans de
verschillen niet meer zitten.
Wethouder VAN DUN: Bij het interpreteren van
moties en het begrijpen van eikaars bedoelingen
kunnen we natuurlijk met een wereld van verschil
worden geconfronteerd. Het is duidelijk dat de
raad inzicht moet krijgen in de complementaire
voorzieningen en in de steeds bijgestelde exploi
tatie-opzet. Ik bind mij alleen niet aan de ter
mijn van drie maanden. Ten aanzien van de comple
mentaire voorzieningen heb ik duidelijk gezegd dat
gegevens daarover bij de aanbieding van de begro
ting te verwachten zijn.
Dat de heer Crul en ik het er althans gevoels
matig over eens zijn dat de externe hulp ten aan
zien van de procesbewaking langzamerhand moet wor
den overgenomen door het gemeentelijk apparaat, is
duidelijk, maar de heer Crul gaat voorlopig geheel