22 JUNI 1978 959 die er dan ongetwijfeld zullen zijn, van informa tie worden voorzien, evenals een eventuele wie kan het weten? nieuwe wethouder. Gezien het ul timatieve karakter van de motie ben ik in ieder ge val van mening dat de daarin gevraagde uitspraak niet moet worden gedaan. Wèl geloof ik dat de heer Crul en ik het qua intentie met elkaar eens zijn. De motie houdt mijns inziens niet, zoals de heer Ten Wolde veronderstelde, in dat het college een onnut voorstel aan de raad zou hebben gedaan. De motie van de heer Crul wordt hierna in stemming gebracht en met 18 tegen 5 stemmen verwor pen TEGEN hebben gestemd: de heren Gielen, Visser, Goos, Ten Wolde, De Raaff, Van Banning, Brooimans, Veelenturf, Eissens en Van Duijl, mevrouw Van Rooij- van den Heuvel, de heren Peeters, Koertshuis, Van Dun en Broeders, mevrouw Koek-van Merkom, de heren Sandberg en Van den Wijngaard. VOOR hebben gestemd: de heren Oomen en Houben, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, de heren Welschen en Crul. (Tijdens de stemming waren de heren Dreef en Hendriksen en mevrouw Paulussen niet meer aanwezig.) Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 18. bijlage nr. 187: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGE LING "GASVOORZIENING BREDA EN OMSTREKEN". (S) 19. bijlage nr. 188: PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP EEN AANTAL VERZOEKEN VAN SCHOOLBESTUREN OM MEDEWERKING OP GROND VAN HET BEPAALDE IN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 959