962
22 JUNI 1978
gers van de zogenaamde "particulier-initiatief
groep 2", aangeduid als "de Zes". Voornoemde groep
bestaat uit professionals, in dienst van maat
schappelijke instellingen en private stichtingen
die al of niet geheel door de gemeente worden ge
subsidieerd. Men zou hen kunnen omschrijven als
betaalde employé1s die als twee druppels water op
ambtenaren lijken; het enige verschil is dat zij
niet in het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
worden opgenomen.
De echte "p.i.'s", de amateurs, de deskundige
vrijwilligers, waren bij die bespreking niet aan
wezig. Dat is in dit geval niet zo erg, omdat het
gesprek dat we met de Zes hebben gevoerd, bijzon
der opbouwend is geweest; ik heb de indruk dat
iets dergelijks ook voor hun gesprekken met de
wethouder geldt.
Zoals men weet is er nogal veel te doen ge
weest alvorens de projectgroep permanente educatie
verleden jaar april tot stand kwam en kon starten.
Ook is er nogal veel te doen geweest voordat de on
derhavige groep kon overgaan in de adviesgroep so
ciaal-cultureel werk. Ik volsta ermee in dit ver
band enkele vragen aan het college te stellen.
Ik heb vernomen dat de departementen van C.R.M.,
onderwijs en sociale zaken verrast zijn door de
snelle aanpak van de educatieve planning in ons
land. Tweehonderd gemeenten zijn hier druk mee be
zig en er waren er zelfs die vóór 1 november 1977
gereed waren. Deze laatste kregen van C.R.M. in
mei van dit jaar dus zeven maanden later te
horen dat hun plan bij het departement in behande
ling was.
Voorts heb ik uit de eerste hand vernomen dat
de kosten van de voorbereiding door de gemeente
zelf zouden moeten worden betaald. Als dat inder
daad zo is, komen deze kosten dan alleen ten nadele
van het budget voor cultuur of betalen "onderwijs",
"maatschappelijke dienstverlening" en "jeugd en
sport" ook mee en, zo ja, in welke verhouding en
uit welke "pot"? Ook heb ik vernomen dat