22 JUNI 1978
969
juist het ter tafel liggende voorstel tot doel
heeft een voorbereidingsgroep in het leven te roe
pen die de weg moet gaan uitstippelen waarlangs
wij in de toekomst hebben te gaan. Ook de voorbe
reidingsgroep expireert op 1 januari aanstaande,
zodat wij in ieder geval aan het begin van het
volgend jaar met een nieuw voorstel zullen moeten
komen. Daarin zal naar aanleiding van de werkzaam
heden van de voorbereidingsgroep moeten worden aan
gegeven hoe de structuur in Breda er moet gaan
uitzienhoe een en ander planmatig zal moeten
worden opgezet en welke mensen daarin zullen moe
ten participeren. De vraag, wie straks de proces
begeleider wordt, hangt daarmee samen. Ik kan er
op dit ogenblik uiteraard nog geen antwoord op ge
ven. De procesbegeleiding zal in ieder geval van
uit het ambtelijk apparaat moeten plaatsvinden,
maar er zal ook een deel van de verantwoordelijk
heid voor het proces liggen bij de werkgroep of
de stuurgroep die straks aan het werk zal moeten.
Ik leg mij nu bij voorbaat niet op een bepaalde
structuur vast. In harmonisatienota's en knelpun
tennota's is sprake van allerlei structuren en ik
geloof dan ook dat het erg verstandig is hierover
op dit ogenblik nog geen uitspraken te doen. Dit
aspect is overigens, zoals uit het voorstel blijkt,
duidelijk inbegrepen bij de taakopdracht die de
voorbereidingsgroep heeft meegekregen. Aan de voor
bereidingsgroep wordt gevraagd ons een hanteerbare
structuur aan te geven waarmee we kunnen gaan wer
ken. De procesbegeleiding maakt daarvan onmisken
baar deel uit.
Ik kom tot slot bij het betoog van de heer
Oomen. Ik geloof dat we niet al te uitvoerig moeten
stilstaan bij de conclusies die de heer Oomen ken
nelijk uit het blaadje "Breda in aktie" heeft over
genomen
De heer OOMEN: Ik heb ze niet zo maar uit
"Breda in aktie" overgenomen. Het gaat hier om een
artikel van mijn fractiegenoot Hendriksen, dus de