974 22 JUNI 1978 dit ogenblik bij het maken van een schetsplan in te schakelen. Er zijn bij de voorlopige visie die wij op het ogenblik hebben, drie lokaties aan de orde. Er bestaan matrixen met de pro's en contra's van elke plaats, getoetst aan enkele criteria die daar aan ten grondslag kunnen liggen. Een en ander leidt tot een voorkeur van de directeur van openba re werken voor de in het voorstel genoemde plaats. Overigens zullen het schetsontwerp en het door de architect uit te voeren onderzoek mede bepalend zijn voor de beantwoording van de vraag of tot standkoming van de nieuwe behuizing op die plaats mogelijk is. Bij een en ander wordt ook het hand haven van de voorgevel van de voormalige g.t.s. aan het Van Coothplein betrokken. Er zal sprake moeten zijn van een functionele en zinvolle invul ling voor de dienst in relatie tot de extra kosten die ongetwijfeld met de handhaving gemoeid zullen zijn. Het is duidelijk dat hetgeen te zijner tijd als resultaat van het gevraagde krediet ter tafel zal komen, mede zal worden ondersteund met gege vens over de financiële consequenties van allerlei schetsplannen De heer Ten Wolde is ingegaan op de vraag wanneer de nieuwe behuizing tot stand zal komen. Er is uiteraard bij de dienst een interne tijds planning, maar die is nog geen gemeengoed in het college, omdat er een financiële vertaling moet komen. Ik kan zeggen dat dit in het kader van de voorbereiding van de meerjarenbegroting voor de komende vier jaar een punt is dat de aandacht heeft. Ik ben het volstrekt met de heer Ten Wolde eens de heer Van Banning heeft daar al eerder opmerkingen over gemaakt dat je pas concreter kunt worden wanneer er financiële verwezenlijkings kansen zijn. Ik meende in het slot van het betoog van de heer Ten Wolde iets te beluisteren waarover wel licht misvattingen zouden kunnen ontstaan. Er wordt geen prijsvraag uitgeschreven. Het is de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 974