986
22 JUNI 1978
ambtelijk apparaat een werkgroep samengesteld. Het
onderwerp is ingewikkeld: de sociografische dienst, B:
de afdeling economische zaken, de afdeling stads- v«
ontwikkeling, de dienst openbare werken en de af- E<
deling stedebouw zijn erbij betrokken. Men zal met 1-
een rapport komen en ik heb er geen enkele moeite m<
mee dat rapport in de commissie bespreekbaar te h«
maken. Ik zeg gaarne toe dat dat zal gebeuren. 1:
r<
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom- si
stig het voorstel van burgemeester en wethouders w(
besloten. e:
Vc
RONDVRAAG.
De heer OOMEN: Door een wat rommelige situa
tie aan mijn kant is agendapunt 14, bijlage nummer
183, althans door mij niet behandeld. Ik wil daar
verder niet op terugkomen; het voorstel is aange
nomen. Wèl wil ik naar aanleiding van dat voorstel
enkele opmerkingen maken en daar een vraag aan ver
binden die via de rondvraagprocedure kan worden
behandeld. Naar aanleiding van het groenstructuur
plan voor de binnenstad is bij ons de vraag gere
zen in hoeverre de nota inspraak, die de gemeente
raad heeft aangenomen, op dit plan van toepassing 2
is. In dit verband verwijs ik naar bladzijde 11
van de nota, waar te lezen is dat inspraak het D
grootste effect kan sorteren als in ieder geval in
de ontwerpfase van een besluitvormingsproces gele
genheid tot inspraak wordt geboden, alsmede naar
bladzijde 15 van de nota, waar met betrekking tot
die ontwerpfase wordt gesteld dat er informatie
wordt verstrekt over de ontwerpen en dat deze met
de bevolking in bijeenkomsten worden besproken.
Mijn vraag luidt als volgt: op welke manier zal
de bevolking van de binnenstad en van daarbuiten
gelegen wijken worden betrokken bij de opstelling
van voornoemd groenstructuurplan voor de binnen
stad?
E