21 AUGUSTUS 1978 1004 In de op 23 mei j.l. te Ginneken gehouden hearing over het in voorbereiding zijnde verkeerscircula tieplan voor die wijk, werd een soortgelijke vraag gesteld Daarop is toen geantwoord, dat bij de voorbereiding van bedoeld plan mede bezien zal worden welke stra ten voor reconstructie tot bijv. woonerf in aan merking komen. Aan dit antwoord kunnen wij ons conformeren. VRAAG (gesteld d.d. 9-3-1976 ing. art. 40, 2e lid R.v.O. heer Hendriksen Naar aanleiding van de opgegraven stadsmuur-stads poort aan de Veemarktstraat en de publikaties die daarop gevolg zijn, willen wij U de volgende vra gen stellen: 1Kan het college ons een overzicht geven van de door haar genomen beslissingen in deze zaak en de daaraan ten grondslag liggende motiveringen? 2. Kan het college ons een inzicht geven in de fi nanciële gevolgen van de opgravingen m.b.t. de nieuwbouw van de sociale dienst en hoe deze budgettair verwerkt zullen worden? 3. Kan het college ons een inzicht geven in de ju ridische aspecten die een rol gaan spelen wan neer op historische vondsten gestoten wordt en wat daar de consequenties van (kunnen) zijn? 4. Welke mogelijkheden ziet het college om de oude stadspoort/muur in een of andere vorm te houden (b.v. het café niet bouwen)? Hebt u deze plannen financieel vertaald en wilt u deze openbaar ma ken? 5. Hoe verklaart u dat de stadsarchivaris en andere instanties geen weet hebben gehad van de histo rische resten op deze plaats, terwijl er toch wel aanwijzingen zijn dat deze bekend moeten zijn geweest? 6. Bent u bereid om bovenstaande vragen zo spoedig mogelijk in de desbetreffende commissies (cul-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1004