1005
21 AUGUSTUS 1978
tuur, ow/ro, maatsch. dienstverl.) aan de orde
te stellen op een zodanig tijdstip dat er nog
geen definitieve, niet meer te keren ingrepen
hebben plaatsgevonden?
ANTWOORD
1. Elke vondst in de bodem, waarvan het vermoeden
bestaat, dat die van historische waarde kan
zijn, moet gemeld worden aan de rijksdienst
voor monumentenzorg. Deze dienst moet er zich
over uitspreken, of aan het gevondene monumen
tale waarde dient te worden toegekend. Voordat
de uitspraak van genoemde dienst bekend is mag
aan het gevondene geen wijziging worden aange
bracht
Dit laatste was de oorzaak voor een stagnatie
van ruim twee weken aan de nieuwbouw.
De rijksdienst voor monumentenzorg heeft laten
weten, dat de betreffende vondsten geen monu
mentale waarde hebben in de zin van de monumen
tenwet, hetgeen derhalve impliceert, dat er
vrijheid van handelen was inzake het eventueel
behouden of verder slopen van de gevonden res
ten.
Aangezien wij van mening zijn, dat de vondsten
historische waarde voor de stad Breda hebben,
hebben wij besloten de gevonden torenresten te
behouden en de toren met stenen van de eveneens
gevonden oude stadsmuur tot 60 cm. boven de
vloer te laten opmetselen. Zoals bekend is be
doelde toren in het inmiddels voltooide café
zichtbaar
2. De totale kosten van stagnatie van het werk,
opgravingen en op kaart brengen van de vondsten
hebben 28.065,bedragen. Deze kosten zijn
ten laste van het bouwkrediet gebracht.
3. Indien een vondst gedaan wordt, die door de on
der 1 genoemde rijksdienst van monumentale
waarde wordt geacht mag aan het gevondene geen
wijziging worden aangebracht. De kosten worden
in dit geval door het rijk gedragen.
Als de vondsten niet van monumentale waarde