21 AUGUSTUS 1978 1014 Uitstel van dit voorstel zou ik de redenering van de heer Koertshuis volgendniet alleen on hoffelijk vinden ten opzichte van PUSH, maar het zou ook een onduidelijkheid creëren in het steeds groeiende mêlee van belangen en tegenstrijdigheden. Ik geloof dat wij gereed zijn voor een discussie en ik zou een beroep op de raad willen doen om het voorstel vanavond te behandelen, omdat een en ander door de opmerkingen van mevrouw Stutterheim niet in zijn essentie is aangetast. Ik verzoek u drin gend vanavond toch tot een besluit te komen. Mevrouw STUTTERHEIM-EDELINGIk stel voor dat wij hierover stemmen. De heer CRUL: Ik geloof dat wij in 1955 bijna een jaar over het functioneren van de commissies hebben vergaderd, omdat alle fracties het van ui termate groot belang vonden dat onderling een aan tal hoewel summierespelregels werd overeenge komen teneinde het raadswerk de noodzakelijke in houd te kunnen geven. Dat is uitvoerig in de com missie algemene zaken aan de orde geweest. De heer Van Dun zegt ook niet dat dit niet waar is; hij wil er geloof ik alleen een paar mensen op laten promoveren, maar dat is niet nodig. In dit verband zou de gehele commissie algemene zaken al gepromo veerd zijn, want er kan geen misverstand over be staan dat men, als er maar twee leden aan de stem ming deelnemen terwijl de anderen formeel niet aan wezig zijn, geen besluiten kan nemen en dus ook geen adviezen kan geven. Ik vind het niet meer dan normaal dat dit in de raad wordt gepraktiseerd. Het is nu vooral een verantwoordelijkheid van de voorzitter van de raad, minder van de wethouder van openbare werken en ik vind dat wij de regels die wij met moeite onderling hebben afgesproken in acht moeten nemen. De heer GEENE: De heer Crul gooit het nu over een andere boeg en heeft het over spelregels die in de commissie algemene zaken zouden zijn vastge steld. Natuurlijk hebben wij een aantal jaren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1014