12 JANUARI 1978 93 andere uitgaven bestemd dan voor lasten die zich over meer jaren uitstrekken. Wethouder VAN DUN: Zoals in het voorstel staat zijn er drie mogelijkheden onderzocht, na melijk aan het Van Coothplein, in de Catharina- straat en in de Karnemelkstraat. Inmiddels weet men wat er met die alternatieven is gebeurd. De mogelijkheid aan het Van Coothplein is op grond van het programma van eisen en financieel, zij het met een klein verschil, als de aantrekkelijkste uit de bus gekomen. Bekend is dat de huur van het pand aan de Karnemelkstraat is opgezegd daar zit overigens nog wel een "staart" aan en dat voor het pand aan de Catharinastraat een voorstel tot verkoop aan de reclasseringsvereniging aan de raad zal worden voorgelegd. De door mevrouw Paulussen bedoelde alterna tieven zoals leegstaande kantoorruimte zijn niet direct onderzocht. Ik zou voor het achterwege la ten van dat onderzoek een aantal argumenten kun nen geven. De raad heeft van mijn college Van Graafeiland bij de behandeling van de begroting gehoord dat het merendeel van de kantoorruimte ofwel verhuurd is, ofwel verhuurd gaat worden, of wel in optie is genomen. Op de tweede plaats is de stelling van mevrouw Paulussen dat leegstaande kantoorruimte goedkoper dan de hier gekozen oplos sing zou zijn, twijfelachtig, omdat het niet al leen gaat om de huur c.q. de verwerving van kan toren, maar ook om de verbouwingskostennodig in verband met de enigszins merkwaardige combinatie van een afdeling bouwkunde en een woningbedrijf. Op de derde plaats moeten we ons afvragen of de ligging van kantoorruimte zoals door mevrouw Pau lussen wordt bedoeld, centraal genoeg is. Men weet dat we in het kader van de bereikbaarheid voor alle burgers streven naar een centrale lig ging in de stad. Een dergelijk punt zal te zijner tijd ook in het program van eisen voor mogelijke nieuwbouw voor de dienst openbare werken worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 93