21 AUGUSTUS 1978 1038 maar het niet laten voortgaan ervan en het wachten op de goedkeuring van de bestemmingsplannen zou naar de mening van mijn fractie catastrofale ge volgen kunnen hebben. Over het aangevraagde krediet op zich het volgende. In het besluit staat een bedrag exclu sief BTW. De BTW over dit bedrag is 3,25 miljoen. Ware het niet wenselijker en eenvoudiger meteen 21,5 miljoen aan te vragen? Wethouder VAN DUN: Ik heb begrip voor hetgeen de heer Crul namens zijn fractie naar voren brengt, maar daar schiet hij natuurlijk niet veel mee op. Het zit ook in de context van discussies die wij vroeger over soortgelijke aangelegenheden hebben gevoerd. Terecht verwoordt de heer Van Asseldonk de spanning, die enerzijds wordt veroorzaakt door de continuïteit en de snelle voortgang van het bouwproces in de Haagse Beemden -door allen in de raad onderschrevenen anderzijds door de proce dures in het geheel die het tempo van realisering drukken. Het alternatief van de heer Crul houdt in dat pas kredieten voor bouwrijp maken moeten wor den gevraagd op het moment dat het bestemmingsplan is goedgekeurd, maar dat staat diametraal ten op zichte van de doelstelling van een snelle, continue realisering. Wij schrijven ook zelf in de eerste alinea van het preadvies dat, nadat de bestemmings planprocedures zijn afgerond, aanvullende kredie ten voor de resterende werkzaamheden zullen worden aangevraagd. Ik geloof niet dat ik mij daar achter moet verschuilen, maar wij moeten wel goed besef fen dat dit niet het uiteindelijke krediet is. De specifieke, verfijnde kredieten die strikt met het bestemmingsplan te maken hebben zullen pas in een later stadium worden aangedragen. Ik kan niet an ders doen dan zeggen dat wij begrip hebben voor de op- en vraagstelling van de heer Crulmaar dat het door hem naar voren gebrachte alternatief ons tempo en ook de prijszetting in hoge mate zal be moeilijken. Ik voel er dus eigenlijk niets voor.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1038