1041 21 AUGUSTUS 1978 gaarne akkoord met het onderhavige voorstel. Het is immers een verlengstuk van hetgeen wij op 10 maart '76 in deze raad hebben besloten, met na me wat betreft de reconstructie van de Claudius Prinsenlaan-Beverweg-De la Reijweg. In het stuk staat enkele malen dat het gaat om de verkeers veiligheid en de verkeersgeleiding ter plaatse. Wij zijn het er roerend mee eens dat er zo snel mogelijk iets aan moet worden gedaan. Niet alleen zal het verkeer dan straks beter worden geleid, maar ook zal de uitbreiding van de scholen ter plaatse hetgeen mijn fractie van groot belang vindtkunnen plaatsvinden. Het is een beroerde situatie wanneer scholen, die dringend behoefte aan uitbreiding hebben, geen kant op kunnen en mede door middel van dit voorstel zal daarvoor een oplossing kunnen worden gevonden. Door de Nederlandse Wielrijdersbond, die er wat anders tegenaan kijkt, is een bezwaarschrift ingediend. Men is van mening dat het voldoende is enkele verkeerslichten te plaatsen en dat de weg verder ongemoeid moet worden gelaten. Wij zijn het daar absoluut niet mee eens en dat geldt zéker voor degenen onder ons die de situatie ter plaat se goed kennen. Naar onze mening hebt u bijzonder goed en uitvoerig op het ingediende bezwaar gerea geerd Wij zijn verheugd dat ook de STAR en de Pro vinciale Planologische Commissie gunstig hebben geadviseerd en wij hopen als CDA-fractie dat er spoedig met de werkzaamheden begonnen zal kunnen worden, zodat de problemen die zich tot nu toe ter plaatse hebben voorgedaan tot het verleden zullen gaan behoren. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Als sluit stuk van de besluitvorming over het kruispunt De la Reijweg-Beverweg ligt nu de partiële herziening van enkele bestemmingsplannen voor ons. Op de volgorde van deze besluitvorming wil ik even in gaan. Wij vinden dat de gehele procedure namelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1041