1049
21 AUGUSTUS 1978
andere punten als uitbreiding, extra medewerkers,
herinrichting e.d. getoetst moeten worden. Ik wil
in dit verband een parallel trekken met hetgeen
ik in het verleden wel eens gezegd heb ten aanzien
van de schouwburg, namelijk dat de muren van die
schouwburg eigenlijk afgebroken zouden moeten wor
den, een opmerking waarvan men kennelijk niet he
lemaal begreep wat ik ermee bedoelde. Dat kan ik
nu dan meteen even rechtzetten, door op dit moment
dezelfde beeldspraak ten aanzien van het museum
te gebruiken. Waar zou de federatie van PvdA en
PPR naartoe willen? Niet naar een onduidelijk be
leid dat de Bredase burger niet aanspreekt, maar
naar een museumbeleid dat gebruik maakt van de mo
gelijkheden die ons vandaag de dag ter beschikking
staan. Dat wil zeggen: een beleid dat gebruik
maakt van de mogelijkheden om de collectie te to
nen aan scholen, aan jongeren, aan ouderen in al
lerlei verenigingen, een beleid dat met de collec
tie de boer op wil gaan, dat bijvoorbeeld tentoon
stellingen in wijkhuizen organiseert en dat aan
sluit op initiatieven en activiteiten in de ge
meente. De man die dat bij uitstek zou moeten
doen, zou iemand moeten zijn die daarvoor is opge
leid, een educatief medewerker waar niet voor niets
een speciale opleiding voor is gecreëerd. Die kant
vinden wij dat het beleid van de gemeente op zou
moeten gaan. De gemeente subsidieert het museum
in hoge mate. Het particulier initiatief staat
natuurlijk hoog aangeschreven, zeker aan de kant
van CDA en VVD, maar dat neemt niet weg dat ten
aanzien van die subsidiëring ook door andere in
stanties bepaalde eisen worden gesteld en dat dit
ook met betrekking tot het museum zou kunnen wor
den gedaan.
De heer Gielen heeft al gevraagd waar het mu
seum naartoe wil en ik sluit mij bij zijn
vraagstelling aan. Ik vraag echter tegelijkertijd
waar wij als gemeente met ons museumbeleid naartoe
willen en of wij daar een eigentijds karakter aan
willen geven.