1053 21 AUGUSTUS 1978 met name ten aanzien van de wijze waarop een en h ander in de toekomst in de visie van het bestuur w zou moeten geschieden. t b De heer HENDRIKSEN: De wethouder zegt dat wij s het op een aantal punten eens zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot de hoofdlijnen. Ik heb echter aangegeven dat de drie door het college naar voren c geschoven hoofdpunten plus het ene hoofdpunt ten aanzien van de algemene beleidskwesties, dat ik n kennelijk als enige in het rapport van de museum- a commissie heb ontdekt, eigenlijk voor door bur- z gemeester en wethouders opzij worden gelegd en m dat de motivering daarvan dan toch wel erg duide- t lijk moet zijn, wil men daar op een gegeven moment s mee verder kunnen werken en zich daarin kunnen n herkennen. Dat is niet gebeurd, want het had al- b leen maar kunnen gebeuren als de vierde hoofdlijn w met betrekking tot het beleid verder was uitge- werkt. De wethouder heeft daar verder helemaal z geen motivering voor gegeven en in feite alleen a maar even in de kantlijn opgemerkt dat men het er- p over eens is dat het museum in de maatschappij z moet functioneren. Ja, natuurlijk, maar daarmee c kan men wel alle kanten op. Wélke kant gaat het nu m precies op met dat museum? Daarover bestaat, nu wij het preadvies gelezen en de wethouder gehoord hebben, bij ons geen enkele zekerheid. Het museum zou ook een educatieve functie in Breda moeten a krijgen conform de adviezen van de onderzoekscom- 11 missie en dit punt had toch minstens in discussie 9 moeten komen. Ik zou dan ook graag van de wethou-^ der vernemen of het mogelijk is deze kwestie op- c nieuw in discussie te brengen, want dit kan voor 11 de toekomst van het museum van erg groot belang zijn. Het kan ook van belang zijn voor het ver- a trouwen dat wij als raad in de vernieuwingsactivi- c teiten zouden moeten hebben, want uiteindelijk 9 gaat het toch om vrij forse bedragen, zeker tegen de achtergrond van het totale budget van de sector 9 cultuur. Als er een uitbreiding wordt gegeven aan r

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1053