21 AUGUSTUS 1978 1054 het toch al forse budget van het museum, wil je wel graag zeker weten dat er inderdaad iets van terecht komt. Dat vertrouwen zouden wij willen heb ben en wij zouden eigenlijk met het preadvies een stukje enthousiasme overgebracht willen zien, maar dat missen wij op dit moment helaas nog. Onze concrete vraag in de richting van het college: hoe wil het college voor elkaar krijgen dat hetgeen in het museum gaat gebeuren in tech nisch en organisatorisch opzicht wordt getoetst aan een beleid dat in overeenstemming dient te zijn met de opvattingen binnen de gemeente? De ge meente is een grote subsidiënt; 90 tot 95% van de totale kosten van het museum worden middels een subsidie van de gemeente betaald, maar dat wil niet zeggen dat wij ons inhoudelijk zouden moeten bemoeien met het werk van het museum. Wel hebben wij een bepaalde verantwoordelijkheid met betrek king tot de besteding van de bedragen en daarom zouden wij die besteding tenminste moeten toetsen aan de beleidsopvattingen die binnen de gemeente leven. Tot nu toe is een dergelijke toetsing afwe zig gebleven en het is dan ook begrijpelijk dat onze fractie tot nu toe de grootst mogelijke moeite met dit voorstel heeft. Wethouder SANDBERG; Ik zal de vraag van de heer Gielen met betrekking tot de prioriteitenlijst aan het bestuur doorgeven en in de besprekingen met het bestuur kan daarover nog eens nader van gedachten worden gewisseld. Ik weet niet of de heer Hendriksen muggen zift of spijkers op laag water zoekt, maar ik ben van mening en dat heeft hij ook nooit bestreden dat in het rapport continu twee hoofdpunten zijn aan te wijzen, met name ten aanzien van het beleid op korte en het beleid op middellange termijn. Het gaat hier om verbetering van de accommodatie en uitbreiding van het personeel. Het rapport is reëel genoeg om niet uit te gaan van het fantoom van een nieuw museumgebouw op korte termijn, want dat zit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1054