cWL ccêJ, 1065 21 AUGUSTUS 1978 Ondanks de veelheid van over dit onderwerp gevoer de correspondentie heeft het college zes maanden nodig gehad om zijn weigering kenbaar te maken. Een fikse overschrijding van de in de Woningwet gestelde en redelijk geachte termijnen. Artikel 50 stelt een termijn van twee maanden na de dag waar op de aanvraag is binnengekomen; deze termijn kan voor ten hoogste twee maanden verlengd worden en een afschrift van het besluit tot verlenging dient aan de aanvrager te worden toegezonden. Dat is in het onderhavige geval niet gebeurd. Na de weigering gaat de heer De Lange bij de raad in beroep, want ook hierin voorziet de wet. Normaal zou dit punt in de raadsvergadering van 13 april j.l. zijn be sproken. Tellen wij dus het gevraagde en verleende uitstel niet mee, dan is ook hier weer sprake van overschrijding van de termijn. Hier is de termijn volgens artikel 51 drie maanden, één maal te ver lengen met twee maanden en ook hier dient een af schrift van het besluit tot verdaging aan betrok kene te worden gezonden. Ook dit is niet gebeurd. De betrokkenen gaan op 26 april rond de tafel zit ten: welstand, openbare werken, de heer De Lange en de in het volgende voorstel genoemde heer Mas- sar. Er komt op de valreep een kleine toenadering van vertegenwoordiger van de welstandscommissie. Aan de voorzijde mag een dakkapel gebouwd worden van één meter. De heer De Lange gaat niet ak koord. Uit alles blijkt dat de tegenstellingen nog zijn verscherpt. De heer De Lange houdt vast, maar de welstandscommissie, openbare werken en het col lege doen dat eveneens. Raad, zoek het maar uit! De Lange heeft echter wel iets bereikt en men vindt dat hij nu eindelijk maar eens tevreden moet zijn. Eerst mocht er niets behalve de uniforme dakkapel bovenop het huis volgens de tekening van welstand, daarna mocht het standaardtype dakkapel aan de achterzijde worden gerealiseerd zoals ve le anderen dat ook graag willenen last but hopelijk voor de heer De Langenot least mocht er een dakkapel van een meter aan de voorzijde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1065